Argumenten om tot een landelijke betaaltitel voor consulten door een kaderhuisarts te komen:

Doel

Het doel is om gezamenlijk een toekomstbestendige vorm van huisartsenzorg te genereren op het gebied van het bewegingsapparaat, middels een gestructureerd spreekuur van kaderhuisartsen bewegingsapparaat (EerstelijnPlus praktijk) met daarbij een passende landelijke betaaltitel. Hierbij worden huisartsen gestimuleerd om patiënten horizontaal  te verwijzen naar dit spreekuur.

Overwegingen

Huidige situatie

  • De kaderhuisarts bewegingsapparaat is een huisarts met een bijzondere bekwaamheid en geregistreerd in het CHBB. Momenteel zijn er 54 kaderhuisartsen bewegingsapparaat geregistreerd.
  • Op dit moment zijn landelijk meer dan 25 pilots geïmplementeerd. De huidige regionale pilots worden door vrijwel alle ziektekostenverzekeraars vanuit de S3 gelden gefinancierd (Modernisering en Innovatie). Jaarlijks moet regionaal onderhandeld worden over de vergoeding en het schrijven van een businesscases. Dit kost alle betrokken partijen (kaderhuisartsen, zorggroepen, zorgverzekeraars en ziekenhuizen) ieder jaar veel tijd en moeite. Naar schatting zijn in deze pilots het afgelopen jaar 36.000 patiënten gezien.
  • Klachten van het Bewegingsapparaat maken een groot en relevant deel uit van de huisartsenzorg (20 %  van alle consulten bij de huisarts). De huisarts verwijst ongeveer 310 per 1000 patiënten naar de specialist. Daarvan wordt 10% (32 per 1000 patiënten) verwezen naar de orthopeed. Door de dubbele vergrijzing zullen deze klachten alleen nog maar toenemen. De huidige situatie vraagt om een toekomstbestendige oplossing om deze klachten in het huidige gezondheidszorgsysteem adequaat op te kunnen vangen.
  • Er is grote variatie in kennis, (hand)vaardigheid en ervaring van de gemiddelde huisartsen ten aanzien van deze klachten.
  • Orthopeden bevestigen, dat de meeste patiënten (80%) , die worden verwezen, bij nader inzien een conservatief (niet-operatief) behandeltraject behoeven.
  • Door de toenemende druk op de reguliere huisartszorg en de toenemende complexiteit van klachten in het kader van het bewegingsapparaat hebben huisartsen steeds minder tijd en onvoldoende expertise voor de zorg van deze patiënten.
  • Huisartsen hebben de behoefte om patiënten te kunnen verwijzen naar een kaderhuisarts bewegingsapparaat. Zij worden hiervoor niet gestimuleerd. Door het ontbreken van een landelijke betaaltitel kan een gezamenlijk netwerk niet tot stand worden gebracht. De huidige situatie is derhalve niet toekomst bestendig.
  • De NHG opleiding voor kaderhuisarts bewegingsapparaat heeft moeite om de opleidingsplaatsen in te vullen, omdat het terugverdien aspect van deze dure opleiding onzeker is.

Gewenste situatie

  • Door over te gaan op een landelijke betaaltitel voor consultatie van een gestructureerd spreekuur van kaderhuisartsen bewegingsapparaat (EerstelijnPlus praktijken) hoeft er niet jaarlijks onderhandeld te worden over het tarief en andere randvoorwaarden. De vrijgekomen gelden van S3 kunnen besteed worden aan nieuwe innovaties/pilots.
  • Door de juiste zorg op de juiste plek ontvangen patiënten laagdrempelig specialistische zorg van de KHB in de Eerstelijn middels horizontale verwijzing en niet ten koste van het eigen risico.
  • Een landelijke betaaltitel is ook profijtelijk voor de huisartsen die de opleiding tot kaderhuisarts bewegingsapparaat gevolgd hebben of willen gaan volgen. Zij kunnen participeren in de EerstelijnPlus spreekuren en direct  hun opgedane expertise inzetten in de nabijheid van hun eigen praktijk, waarin gewerkt wordt met een tarief dat kostendekkend is en recht doet aan hun extra verworven kennis. De financiële zekerheid maakt de NHG opleiding Kaderhuisarts Bewegingsapparaat toekomstbestendig.

argumenten

  • Uit enquêtes en evaluaties blijkt dat patiënten en verwijzers zeer tevreden zijn met de anderhalvelijnszorg, die de kaderhuisartsen bewegingsapparaat (vaak een dagdeel per week naast de reguliere praktijk) al 8 jaar bieden. De kaderhuisartsen kijken met een generalistische blik en hun extra gespecialiseerde kennis naar de patiënt. De patiënten worden door collega huisartsen voor advies, diagnostiek en behandeling naar de kaderhuisarts verwezen, waarin voorheen deze naar de specialisten werden verwezen.
  • De zorg in de pilots (horizontale verwijzing naar de kaderhuisarts bewegingsapparaat) valt buiten het eigen risico van de patiënt en onder het eerstelijn budget.
  • Kaderhuisartsen zijn NHG-opgeleid voor een beleidsmatige functie bij de ontwikkeling van regionale/ landelijke projecten, die vaak door de huisartsenkring of zorggroep worden ondersteund. Zij spelen tevens een rol in het regionale onderwijs, geven les aan de huisartsopleidingen en zijn bruggenbouwers. De kaderhuisarts bewegingsapparaat kan (net als de kaderhuisarts uro-gynaecologie) daarnaast ook een gestructureerd spreekuur doen in het kader van horizontale verwijzing.
  • De specialisten zijn blij met de resultaten onze pilots gedaan. Zij komen meer toe aan hun (operatieve) werk, waarvoor zij zijn opgeleid.
  • De verwijzende huisartsen zijn tevreden omdat hun patiënten goed worden geadviseerd en behandeld. De wachttijd voor de kaderhuisarts is in de regel kort en voorkomt het “shoppen”.
  • Op dit moment ontbreekt het de verwijzende huisartsen aan een stimulans om te verwijzen naar een kaderhuisarts.
  • De patiënten, die verwezen zijn naar de KHB, zijn tevreden en krijgen de juiste zorg op de juiste plaats.
  • De NHG opleiding voor kaderhuisarts is tevreden, omdat het terugverdien aspect van deze dure opleiding is ingevuld en zeker gesteld.